Wouter Loos van Maastricht was een soldaat.
Alias Looes. Een van de "radeloze" snoodaards tijdens de gebeurtenissen rond VOC-schip Batavia, 1629. Betrokken bij de terreur en de moordpartijen op de schipbreukelingen op de kleine eilanden van de Abrolhos-archipel. Plaatsvervanger van Cornelisz toen deze gevangen werd genomen tijdens een paaipoging van de vastberaden verdedigers van West-Wallabi Eiland. Organiseerde een afstraffing van de weerspannige mannen op dat eiland al stelden deze een vredesverdrag op in de hoop de aanval te voorkomen. Scheurde het in stukken en onder zijn leiding groepeerden de branies zich "in jollen en maakten kruit en kogels voor de aanval gereed. Zij verwondden vier mannen met hun musketten, een van hen is gestorven."
Als in een moderne film daagde juist op dat moment het ontzet voor de belegerden op, in de vorm van een schip dat de overheid in Batavia tot assistentie had gezonden. Liet zijn roeiboten naar deze Saerdam koersen - een laatste, wanhopige aanval. "Argeloos en trouwhartig zouden de maats der Saerdam de in vervoering naar hen uitgestoken handen hebben vastgegrepen, om een seconde later in hun bloed te baden, wanneer de schelmen het dek betreden zouden hebben." Saerdam werd tijdig gewaarschuwd door een andere roeiboot die zich met rokend zog naar haar toe spoedde. De kanons en musketten werden gericht en "de kerels zakte de moed in de schoenen." Ze werden dadelijk in de ijzers gesloten en "in ‘t gat geworpen". Een van de booswichten, Jan Hendricksz uit Bremen, "een 24-jarige lummel", zat dermate in de piepzak dat hij een wit voetje bij de commandeur wilde verkrijgen door zijn bentgenoten te verraden. Zo hoorde Saerdam’s bevelhebber dat schipper Jacobsz, Cornelisz en de hoogbootsman Woutersz de oorspronkelijke Batavia-équipage had willen uitmoorden tot 120 man, eensdeels om de victualie langer te doen strekken, anderdeels om de bemanning tot 40 betrouwbare helpers terug te brengen als zij met de veroverde Saerdam zouden gaan zeeroven. Hendricksz had na de stranding persoonlijk 17 mensen afgemaakt. Het konden er ook 20 geweest zijn - hij was de tel wat kwijt.
Werd in tegenstelling tot de andere wetsovertreders niet geëxecuteerd maar "aan den wal gheset" tijdens de reis van Batavia’s Kerkhof naar Batavia. Gemaroend. Waarschijnlijk, zegt historicus Mollema, zag Saerdam’s commandeur op tegen een bewerkelijke executie op een zeilend schip. Samen met Jan Pelgrom, een knaap die zeker aan de galg zou sterven maar daar vreselijk tegenop zag: "krytende en karmende erbarmelijk om genade". Hij krijste in zo'n hevige mate dat de scheepsraad besloot hem aan wal te zetten en hem Loos tot gezelschap te geven - de eerste Europeanen die aldus naar Australië werden verbannen. Daar de VOC zich veel gelegen liet aan de verkenning van "het Zuidland" kwam het van pas dat men beschikte over misdadigers die men zonder verdere verantwoording het binnenland kon insturen. De twee kregen wat mondvoorraad, water en snuisterijen voor de inboorlingen mee en de opdracht goed naar gegevens over land, volk, en haar producten uit te zien. Wie weet had men er wat aan en, wie weet, overleefden de schelmen zo’n expeditie. Misschien was hun dood minder vreselijk dan straks op het rad. Tot negen jaar na de Batavia-ramp is nog naar de padvinders uitgekeken. Zij waren aldus de eerste naar Australië verbannen Europeanen.