Tamme Grus was een watergeus en kapitein.
Nam met Ulgers te Groningen drie vrouwen gevangen en bracht deze naar Norden. De Nordenaars, verbitterd dat de Watergeuzen zich aan vrouwen en meisjes vergrepen, bevrijdden de drie gevangenen en bracht hen op het stadhuis in veiligheid. Hierop verzamelden de geuzen zich en dreigden het stadhuis te overmeesteren. Stormklokken werden geluid en trommen geroerd en men dreef de Watergeuzen uit de stad. Ulgers, Grus en Van Hottinga werden gevangengenomen en toen in hun huizen buit werd gevonden zag het er lelijk voor hen uit. Ulgers en Grus konden geen commissiebrieven tonen. Later werd alleen Van Hottinga vrijgelaten. Niet bekend is hoe het met Grus c.s. is afgelopen.
