Piraten encyclopedie

Arne Zuidhoek (2006)

Gepubliceerd op 16-03-2017

Graaf, Laurens Corn de elis Boudewijn

betekenis & definitie

Graaf Laurens Corn de elis Boudewijn Flibuster was een boekanier van Dordrecht. (ca. 1653 - 1704)

Alias Laurencillo, Le Griffe, Gesel van de West. In 1701 bezocht een Frans eskader Havana, Cuba, en alles dat lopen kon stroomde naar de haven. Niet vanwege het vlagvertoon, maar omdat het gerucht ging dat Laurencillo er was. Iedereen wilde er zich van overtuigen of deze zeeduivel als elk ander mens geschapen was. Een statige man betrad de kampanje en toen deze met een bruusk gebaar zijn snor omhoog krulde, deinsde de menigte ontzet terug. Dat was hem! De Gesel van de West!

De Graaf, met H. Morgan de meest vermaarde van het Westindische gebied, is in Nederland vrijwel onbekend. Voornaamste reden is, vermoed ik, dat hier met de eerste versie van Exquemelin’s "Americaensche Zee-roovers", waarin De Graaf niet genoemd is, genoegen wordt genomen en de anderstalige aanvullingen genegeerd. Exquemelin keerde terug naar de West en noteerde voor zijn "Histoire des Avonturiers" (1686 &c.) juist die van De Graaf. Franse en Spaanse notulisten en historici deden dat met hem. Ik las in Parijs en Sevilla wat notities over hem als "hijo de los demonios llegados de todos los paises bajos, solián de la Tortuga a asaltar ciudades y aprejar navios, en una orgía de crimenes que todavia a distancia de siglos pone espanto en alma." De daden van De Graaf evenaren die van de aartspiraat Henry Morgan, maar hij verraadde, in tegenstelling tot Morgan, nooit zijn kameraden, noch was hij dermate labiel dat zijn leven in drankmisbruik en uitspattingen eindigde. Werd geroemd om zijn beschaafdheid en zijn goede smaak, hield vedels en trompetten, zei men, niet alleen om zichzelf maar de gehele équipage te behagen. Wat tegen hem sprak was zijn buitensporig gevloek bij tegenslag. Daar stond weer tegenover dat hij in zo’n bui in twee uur veroverde waar goed opgeleide militairen dagen over deden. De schrik van de Spanjaarden in de West – in hun doodsangst, ervan overtuigd dat hij een duivel was, noemden zij hem "El Griffe" (de aanduiding voor een 75 % negroïde mulat); kerkdiensten voor vertrek van een zeereis moesten goddelijke bescherming tegen hem afsmeken – was de meest vooraanstaande leider gedurende de hoogtijdagen van La Grande Flibuste (1665-'90), een van de weinigen met regelmatig een vloot onder zijn beheer.

Toen de jonge Laurens ging varen, koos hij, als katholiek, voor de Spaanse marine. Een knappe verschijning, rijzig, goudblond; trouwt in 1674 op Tenerife Petronilla de Guzman, een telg uit een nobel geslacht. Is inmiddels dan meester-konstabel, op zee even zeker van zijn schot als een ander te land. Vanwege zijn overwicht op anderen klimt hij op tot gezagvoerder en wordt naar West-Indië gestuurd om Hollanders, Fransen en Engelsen te straffen die van de Spaanse handel snoepen en stelen, die smokkelen en soms stukken land of gehele eilanden annexeren. Verschalkt ettelijke piraten maar raakt in de ban van hun zin voor vrij- en onafhankelijkheid. Kiest in 1676 hun zijde. "Hij begon met een barkje waarmee hij een grotere nam en van die ene een weer grotere en eindelijk een van 30 kanons waarmee hij een prijs van ongeveer 26.000 stukken van acht nam (…) sinds een jaar of 5, 6 piraat zonder een commissie of thuishaven te ambiëren," schreef de gouverneur van Tortuga in 1682. Doet de 31e maart 1676 of '77 een landgang op de Mexicaanse havenstad Campêche. De verdedigers vluchten. De volgende ochtend valt hem een binnenzeilende koopvaarder in handen. De rijke lading en 120.000 pesos in zilver vormen de buit.

Van 1678 dateert een schelmenstuk dat voor zijn bravoure model kan staan. Admiraal D’Estrées huurt hem en zijn scheepsmacht voor een verovering van Curacao. Nederlands, Frans of Spaans gebied, dat maakt De Graaf niet uit. De Graaf en de zijnen, in hun lichte, ondiepe roofschepen, gidsen de Fransen naar een rif ten NO van de Aves-eilanden waar de oorlogsbodems op vastlopen. Van de 15 grote galjoenen gaan er 12 verloren. Franse schepen hebben altijd meer wijn dan munitie en mondvoorraad in, vele beschonken schipbreukelingen creperen. Vrijbuiters zijn aan dit soort ellende gewend (hongersnood duikt in elk piratenjournaal op) en De Graaf meldt dat zij zich daar drie weken lang meer hebben geamuseerd dan in welke kroeg in Port Royal of Basse Terre ook. De vrolijkheid stijgt ten top wanneer een schip in tweeën breekt en het achterste deel ervan naar de horizon drift, met 40 feestende vrijbuiters die nooit zijn teruggezien. (Deze versie is het gevolg van legendevorming. Twee Nederlandse schepen hebben de gehele Franse vloot, inclusief de boekaniersescorte, op de Aves-groep gelokt. Wekenlang moesten de Fransen op de riffen zien te overleven. Geharder dan de marinemannen wisten de boekaniers van afzien en repareren. Zij werden de kern van de bende die de komende jaren de Carieb onveilig zou maken.)