Piraten encyclopedie

Arne Zuidhoek (2006)

Gepubliceerd op 16-03-2017

Gannascus

betekenis & definitie

Gannascus, ca. jaar 0, was een vlootvoogd van de Caninefaten, "of Noort-Hollanders".

De Romeinen rapporteerden: "Zij gebieden, gehoorzamen, en onderwijzen alles tegelijk: leren het zeevaren, en roven, van de minsten tot de meesten. Waarom het reden heeft U te vermanen en wel op Uw hoede te zijn. Zij vallen onverdacht aan, zijn wreed, vluchten voorzichtig, maken weinig werk van hun tegenstrevers, en vellen de onbedachten neer. De gestadige schipbreuken verharden hem, zij hebben niet alleen kennis met het gevaar der zee, maar zonderlinge gemeenschap. Onweer is hen voordelig; want dan overvallen zij een geruste vijand: en stilte strekt hun tot winst, omdat zij dan niet door een machtiger vijand betrapt kunnen worden. Met vreugde staan zij gevaar uit, te midden van de onbesuisde golven en blinde klippen, op hoop van een goede uitkomst." Marcellinus meldde: "De schepen van deze Nederlanders zijn overtrokken met runderhuiden, en opgehaald met lenige en buigzame houten, hoewel stijf opgespannen." Sestus zei er nog van: "Navigia junctis semper aptant pellibus: Corioque vastum saepe percurrunt salum." Ofwel: "Zij maken schepen van bijeengevoegde vellen, en zeilen met de huiden over de woeste zee.’ Maar Caesar getuigde: "De gestalte van een schip is voor en achter eenderlijk. De riemen wierden over en weer geleid. Zeilen gebruiken zij zelden: met hun riemen alleen togen zij over zee." Roofde tot op de Franse kusten.

De bewoners van de lage landen oefenden volgens de Romeinen een dynamisch soort zeevaart uit, ingegeven door barse leefomstandigheden. Plinius de Oudere in Naturalis Historia: "Twee keer per etmaal komt de Oceaan met geweldige watermassa's over een onmetelijke afstand opzetten. Het armzalige volk woont op hoge terpen of eigenhandig gebouwde stellages zodat hun huizen uitsteken boven de hoogste waterstanden. Wanneer de golven het omliggende land omspoelen, lijken de bewoners op zeelieden; en als het water geweken is, op schipbreukelingen".

< >