Gepubliceerd op 29-03-2021

Waterwerken

betekenis & definitie

In Mesop., waar de overstroming in het „verkeerde” seizoen plaats vond, waren kanalen en andere waterwerken een eerste levensbehoefte, waarvoor de overheid te zorgen had. Naast de bouw van tempels neemt de aanleg van kanalen dan ook een zeer belangrijke plaats in onder de „werken des vredes” in de inscr. v.

Mesop. vorsten. Als corvée was a.d. inwoners het verzorgen van dijken en kanalen opgedragen. Als in de lente in Armenië de sneeuwmassa’s begonnen te smelten gingen Eufraat en Tigris in maart wassen; in mei en april stonden grote delen v.h. land onder water, terwijl het water in juni begon te zakken. Kanalen waren noodzakelijk om het land enerzijds te vrijwaren voor een overschot van water in het waterseizoen en om het land anderzijds in een tijd van droogte van water te voorzien. Ur-Nansje van Lagasj (Z. Sumer) spreekt reeds v.e. kanaal, terwijl ook latere vorsten van dezelfde dyn. zich er op beroemen kanalen te hebben gegraven: Entemena groef een kanaal v.d.

Tigris tot a.d. „grote rivier” (de Eufraat); ook Urukagina spreekt over de aanleg van kanalen. Naast de watertoevoer verzorgden de kanalen ook een belangrijk deel v.d. handel. De noodzaak kanalen aan te leggen moet een belangrijke rol hebben gespeeld bij de politieke éénwording. Daar het akkerland in het algemeen boven water-niveau lag, moest het water via machines (hefbomen, waaraan een emmer bevestigd was) omhoog worden gebracht. Zeer indrukwekkend zijn het aquaduct* van Djerwan, waarmee Sennacherib uit de streek van Bavian water naar Ninivé* voerde, en de tunnel van Negub uit de nabijheid van Nimrud*, die door Esarhaddon vervaardigd werd.Van essentieel belang was ook het netwerk van irrigatie-kanalen in de Centraal-Aziatische staten v.d. oudheid. In Choresmië* b.v. bestond iets derg. wsch. reeds voor de 6e eeuw v.C. en alleen hierdoor kon het leven bestaan, terwijl aan de andere kant voor de aanleg een georganiseerde staatsvorm met sterk centraal gezag moet worden verondersteld. De vernietiging van e.e.a. door Mongoolse nomadenvolken na de 13e eeuw n.C. bewerkstelligde vnl. de uiteindelijke totale ondergang van de oude Centr. Aziat. rijken, hoewel ook toenemende verzilting van de grond een rol schijnt te hebben gespeeld. Ook in Protohistorisch Ceylon waren enorme w. aangelegd.