Altai-gebergte. Zeer bekend is de vondst geworden van een 7-tal „Skythen”*koerganen*, waarvan de inhoud gedurende vele eeuwen bevroren was geweest, zodat vele vergankelijke stoffen uitzonderlijk goed bewaard waren gebleven.
De grafmonumenten bestonden uit houten kamers onder een met stenen afgedekt aarden heuvellichaam. Er werden paarden-skeletten in aangetroffen, een 4-wielige wagen, talrijke persoonlijke eigendommen v.d. overledenen, w.o. tapijten (de oudste Perzische tapijten ooit gevonden), meubilair, een tent, sieraden, een trommel, een harp. De kostbaarder voorwerpen waren in de oudheid reeds gestolen. Ook een fraaie houten sarcofaag (fotopag. 7) met versiering werd aangetroffen. Ook veel kleding van wol, zijde, bont was nog in goede toestand. Zeer interessant was de kunstzinnige tatoeëring* op een v.d. mannen, die evenals de andere doden was gebalsemd.
De vele vondsten geven een duidelijk beeld v.h. leven van dit volk, en van de kontakten aangezien stoffen en ornamenten uit China, Centr. Azië, enz. werden aangetroffen. Op grond van stijl-overeenkomsten is men geneigd aan te nemen, dat de huidige Kazakhen en Kirgiezen de directe nazaten v.d. Skythen zijn.
