Gepubliceerd op 29-03-2021

Paleolithische schilderkunst

betekenis & definitie

Z. Paleol. kunst.

S. in het Nab. O., Z. Wandschildering. S. in Egypte, Z. Wandschildering en Mummiemasker.Van de schilderkunst in het Nab. O. is op de wanden van enkele gebouwen nog iets als wandschildering* bewaard. Wandschilderingen* en beschilderde reliëfs* geven ons een idee v.d. Egyptische schilderkunst.

S. in de Klass. Oudh.: voorn, op pinakes*. maar ook op linnen; er is niets van over dan mummie-portretten*. Enig denkbeeld geven ons de navolgingen op beschilderde vazen* (Z. Francoisvaas). Het best bewaard zijn wandschilderingen* uit de Rom. periode, vaak naar Heil.* voorbeeld. Ook mozaïeken* geven ons een denkbeeld van wat de kla. schilderk. heeft gepresteerd.

India. Z. Wandschilderingen. Van schilderingen op vergankelijk materiaal is uit pre-Buddh. tijd niets tot ons gekomen, terwijl uit het tijdvak ca. 700-1600 geïllustreerde handschriften niet ontbreken; maar pas onder de beschermende hoede der Moghul-keizers bloeit de Ind. schilderkunst op en inspireert zij de volkse Ind. schilderkunst, vooral sedert de 2e helft v.d. 16e eeuw n.C. dank zij de grote belangstelling v.d. liberale Akbar. De invloed v.d. Perz. kunst is nergens weg te denken: (in de 15e eeuw is het hoogtepunt) en een vermenging van 2 stijlen is het resultaat. In tegenstelling tot de religieuse inspiratie in de wandschilderkunst is de Moghulschilderkunst zuiver wereldlijk; de miniaturen behoren tot deze zeer verfijnde kunst. Er is in deze tijd ook een gebruik van Christelijke onderwerpen onder invloed van westerse missionarissen.

Onder de fanatieke Aurangzab, die - in overeenstemming met de traditie v.d. Islam - geen afbeeldingen van mens of dier wilde zien en daarmede dus de basis aan de schilderkunst ontneemt, treedt het verval in.

De schilders vertrokken als gevolg van deze toestand veelal naar de hoven v.d. ridderlijke Rajput. vorsten, hetgeen de stoot gaf tot het ontstaan van lokale scholen en een grote bloei v.d. Hindoeïstische Rajput-miniatuurkunst met een regionale onderscheiding in Râjasthâni- en Pahârî-school. De belangrijkste onderwerpen zijn de jeugdjaren en liefdesspelen van Krishna met de herderinnen, en raga’s. Geschilderde voorstellingen van allerlei aard zijn soms op de wanden van tempels v.d. Indianenkulturen bewaard gebleven. Z. Wandschilderingen.