Gepubliceerd op 29-03-2021

H. c. rawlinson

betekenis & definitie

1810-1895. Eng. officier en oriënt.; tussen 1835 en 1837 copiëerde hij de teksten v.

Elwend en Behistun. Evenals Grotefend* slaagde hij er het eerst in de eigennamen Hystaspes, Darius en Xerxes te ontcijferen. Het belang v.d. - 3-talige - tekst v. Behistun was vooral in zijn lengte, 400 regels, gelegen. In 1837 was hij erin geslaagd om de eerste 2 paragrafen v.d. Perz. versie te lezen en te vertalen. Dit eerste resultaat bood hij in 1838 de Royal Asiatic Society in Londen aan. Tussen 1846 en 1849 werkte men a.d. uitgave v.d. volledige Perz. versie. Toen de sleutel tot het Perz. spijkerschrift gevonden was, begon men a.h. meer gecompliceerde syllabische Elamitische schrift, dat 111 tekens bevat; daarna werd het moeilijkste schrift v.d. 3, het Assyrische spijkerschrift, dat behalve syll. tekens ook vele ideogrammen en determinatieven kent, ontcijferd. In latere jaren verwierf Rawlinson zich nog grote verdiensten als inspecteur v.d. Britse opgravingen en door de uitgave v.h. monumentale werk „Cuneiform Inscriptions of Western Asia” (1861 e.v.). Z. Oppert.

Z. Verder hoofdst. III.