Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zigzagkind

betekenis & definitie

kind met tegengestelde emoties.

kind dat voortdurend met tegengestelde emoties kampt; kind dat als het ware zigzagt tussen tegengestelde emoties.

Voorbeelden:
Een van de cruciale passages in het boek luidt: "'Je kunt het bijvoorbeeld ook een kunstenaarsziel noemen! Ja, hoor! En misschien past niet iedereen in de rechtlijnige structuur van een school! Want je hebt mensen die een cirkel zijn, mevrouw, en je hebt mensen die in bochten gaan, en je hebt kinderen in de vorm van, zeg maar, een driehoek, dat kan toch? En je hebt ook...' Hier ging Gaby zachter praten [...]: 'Je hebt ook zigzagkinderen!'" "Ik was ook zo'n zigzagkind", geeft Grossman toe. "Sociaal en tegelijk heel introvert, eenzaam ook. Ik was gelukkig en ongelukkig. Ik had zelfs suïcidale neigingen. In mijn eentje haalde ik halsbrekende toeren uit."
De Standaard, 1996

< >