Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zesdegroeper

betekenis & definitie

leerling uit de zesde groep.

leerling die in de zesde groep van de basisschool zit; leerling uit groep zes; groepzesser.

Voorbeelden:
Op de jaarlijkse Grote Doorschuifmiddag gaan alle kinderen naar hun toekomstige klas. Daar zijn dan ook de nieuwe leerkrachten van komend jaar. U kunt na schooltijd zelf even kennis komen maken die 18e juli. De zesdegroepers van de ZW lopen die middag onder begeleiding naar de HS.
http://www.5mw.nl/corp/index.php?itemid=7695&page=441&site=32&ln=nl, 21 juli 2011

Ik kom een halfuur te laat aan in het buurthuis en word verrast door de stil werkende zesdegroepers. Werd ik gisteren bij groep 5 nog gestenigd door 29 tekeningen van 'meester Justin Bieber' [...] vandaag zat de klas rustig de provincies te leren.
http://woensdag.bloggertje.nl/note/15845/nr-33.html

Voor zover er van verhoogd jojoën sprake is, is dat te vinden op de basisschool die vroeger lagere school heette. De derde- en vierdeklassers, die tegenwoordig vijfde- en zesdegroepers heten, die jojoën wel eens. De eerste- en tweedegroepers hebben er nog niet de motoriek voor en wagen zich alleen binnenshuis aan de jojo. De zevende- en achtstegroepers tobben over het uiteenvallen van de Spice Girls.
http://retro.nrc.nl/W2/Columns/Knip/980620.html, 20 juni 1998

Na de zomervakantie moet het weer: schoolzwemmen. Schóól-zwem-men! En zelfs nu de kleine vijfdegroepertjes meegaan, is zesdegroeper Gied nog altijd de grootste waterkneus van allemaal. Iedereen kan al zwemmen, behalve hij!
http://www.leesfeest.nl/node/1585