Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zeewolf

betekenis & definitie

baarsachtige zeevis.

middelgrote, baarsachtige zeevis met een grote kop en lange, naar buiten stekende, krachtige voortanden die leeft in de noordelijke delen van de Atlantische Oceaan en Grote Oceaan.

Voorbeelden:
Telkens als de kuil van het net werd geopend, stortte een monsterachtige guts koolvissen of kabeljauwen neer in de platte bakken. Tot over de knieën waadden we door de gapende vissen. Soms was er een zeewolf bij. Omzichtig werd hem een ijzerdraad in de bek gestoken, waaraan hij zich met zijn tanden vastklemde. Twee van ons tilden de draad op en haakten deze vast, zodat hij spande, aan het want. Zo sterft een zeewolf, de tanden om de ingebeelde prooi geklemd, tot zijn kaken, die hij niet openen wil, verstijven in de dood.
Karel Jonckheere, Miniaturen, 1979

< >