iemand die op zee vist.
iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij op zee vis vangt; iemand die op zee vist.
Voorbeelden:
De Belgische zeevissers kunnen 500 ton kabeljauw meer bovenhalen dankzij een ruil met Duitsland [...]. In de eerste zes maanden van dit jaar voerden de Belgische vissers in de drie kusthavens 1.575 ton kabeljauw aan, 27 procent meer dan tijdens de eerste semester van 1995.
De Standaard, 1996
Nederlandse zeevissers vissen voornamelijk op de Noordzee. Dat doen ze met twee soorten schepen: trawlers en kotters. Trawlers zijn grote schepen, die soms ook veel verder weg vissen, bijvoorbeeld voor de kust van Afrika. Trawlers vissen op haring, makreel en horsmakreel. Kotters zijn kleinere schepen. Ze varen meestal minder ver uit.
http://www.minlnv.nl/thema/visserij/brochure/inftvb.pdf, 2001
In de praktijk stelt men vast dat er steeds minder jongeren geïnteresseerd zijn in een loopbaan als visser. Dit heeft alles te maken met het statuut van de zeevisser.
http://www.gomwvl.be/ned/econond/pdfF/zeevis.pdf
Ook worden er jeugdkampen georganiseerd om hen de nodige kennis over de zeehengelsport bij te brengen. Al verschillende jaren is er een zomerwerking voor onze jeudige zeevissers.
http://users.pandora.be/vvbz/