kustduin.
door de wind gevormde zandheuvel langs de kust.
Voorbeelden:
Het duingebied is op grond van de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland in te delen in verschillende zones: de zeewering en zeeduinen. De strook duingebied die zich van de zee af landinwaarts strekt tot 300 meter uit de Rijksstrandpalenlijn wordt de zeewering genoemd. De functie zeewering wordt primair vervuld door de zeereep. De zone tussen 300 en 600 meter uit de Rijksstrandpalenlijn wordt zeeduinen genoemd.
http://roonline.denhaag.nl/D9BCF184-0529-4FBD-8D1B-AF5527738278/pt_NL.IMRO.0518.BP0072DOostduinen-50VA.xml
Gelijktijdig kenden de zeeduinen perioden van opbouw en afbraak. Door een gunstige ligging dwars op de sterkste winden wordt het strandzand overvloedig inland gewaaid en er door de planten vastgelegd in duinen. Aan de Westkust is de duingordel breed aangegroeid en het onderwaaien van de abdij Ter Duinen toont de onstuitbare kracht.
www.lne.be/themas/natuurlijke.../pdf/delstoffenvlaanderen.pdf
De Blauwvleugelsprinkhaan bewoont zeer droge plaatsen met lage, open vegetatie zoals zeeduinen, heide, kapvlakten op zandgrond, landduinen, schraal grasland, kalkgrasland (xerobromion) en rotsen.
www.limburgs-landschap.be/.../rapportLimburgsesoorteninLiLa-gebi..., 2006