lange, smalle inham van de zee in het land.
Voorbeelden:
Van de 12e tot en met de 15e eeuw ontwikkelde de Oosterschelde zich van een smalle stroom tot een brede, diepe zeearm.
http://info.omroep.nl/ncrv?nav=cukiIsHtGNGHIP
Het is pas vanaf het jaar duizend dat de Schelde een echte zeearm werd, naarmate de vele zandbanken zich ontwikkelden tot vasteland en het netwerk van geulen en kreken samensmolten tot enkele beddingen.
http://www.jachthaven-antwerpen.be/01bf1c94590f5f412/01bf1c945c1273122/
De zeearm is vier kilometer breed en een diepe geul loopt langs de gehele lengte van tien kilometer.
http://www.loughs-agency.org/explore/pdf/LOUGHS%20AGENCY%20-%20Netherlands.pdf