Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

woningbezitter

betekenis & definitie

bezitter van een woning.

iemand die een of meer woningen bezit; bezitter, eigenaar van een of meer woningen.

Voorbeelden:
Een belangrijk onderdeel van de problemen in de grote steden is de verminderde leefbaarheid, vooral in de achterstandswijken. Een instrument om de leefbaarheid te vergroten, is het stimuleren van eigen woningbezit. De woningbezitter zal daardoor langer op dezelfde plek wonen en meer zorg dragen voor zijn huis, buurt en wijk.
http://www.kenniscentrumgrotesteden.nl/onderwijs.php3?thema=Onderwijs

Dezer dagen valt bij de meeste woningbezitters de nieuwe woz-beschikking in de bus.
De Telegraaf, 2001

Een hogere OZB-aanslag is voor huurders extra zuur, omdat zij in tegenstelling tot woningbezitters op geen enkele manier profiteren van de waardestijging.
http://www.woonbond.nl/

< >