iemand die veel of graag wijn drinkt.
iemand die veel of vooral wijn drinkt; iemand die graag wijn drinkt.
Voorbeelden:
Nog 57,1 procent van de Italianen is een wijndrinker, tegenover 59,7 procent in 1983.
De Standaard, 1996
Wat Webber bijeenbracht, is volgens Sotheby's "de droomkelder van elke wijndrinker" [...]. Webber kwam tot de vaststelling dat hij meer flessen bezit dan hij in vijf levens kan ledigen. Zelfs als zijn vrienden helpen. Daarom laat hij een deel veilen.
De Standaard, 1997
Interessant is dat terwijl in de Noordeuropese landen steeds meer wijn wordt gedronken, in het wijndrinkende Zuid-Europa de bierconsumptie fors stijgt. Volgens het produktschap voor wijn heeft de Nederlandse wijndrinker zich in de loop van de jaren ontwikkeld "van de pure prijskoper die hij/zij in de jaren zeventig was tot een deskundige".
NRC, 1995
Op dit moment zijn de 65-plussers en de babyboom-generatie die inmiddels ook een dagje ouder wordt, de belangrijkste wijndrinkers. De 65-plusser is bereid wat meer voor zijn glaasje wijn te betalen en laat zich het liefst adviseren door een vaste vertrouwde wijnhandelaar.
De Limburger, 2001
Roemenië is het grootste wijnland van Zuidoost-Europa. Dat het toch vrij onbekend is heeft niet zo zeer te maken met het feit dat de Roemenen - een van origine Latijns volk! - zelf grote wijndrinkers zijn, maar zo veel te meer met de economische politiek in het recente verleden.
http://www.wijninfo.nl/site/?db, 1996-2002
