Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

weidepieper

betekenis & definitie

graspieper.

slankgebouwde, overwegend bruine zangvogel met een lange staart die in Nederland en België veel voorkomt; graspieper.

Voorbeelden:
Ook wijst de organisatie erop dat deze leefgebieden veel minder geschikt zijn voor andere belangrijke en in hun voorkomen bedreigde zangvogelsoorten als de roodborsttapuit, het paapje en de weidepieper.
www.minlnv.nl/txmpub/files/?p_file_id=13233

Heidevelden [...], weilanden [...], vosloze hamsterkwekerijen: dat is geen echte natuur mensen! We ervaren het als natuur omdat we ermee opgevoed en opgegroeid zijn en omdat we ongerepte natuur gewoon niet meer kennen. Leg dat eens uit aan een Afrikaan: "Nee, in de Serengeti zitten minder weidepiepers dan in jullie gierstakkers, dus we gaan vooral die akkers beschermen. Vervang Serengeti door OVP, weidepiepers door grutto's en gierstakkers door weilanden en hopelijk wordt dan duidelijk hoe belachelijk we hier bezig zijn.
http://www.nederpix.nl/viewtopic.php?p=50690&sid=0f110764343e9e9b4944e4b7a89073f6

< >