wasbord.
plank met ingesneden ribbels waarop nat wasgoed met zeep en een borstel wordt schoongeschrobd; wasbord.
Voorbeelden:
Het trottoir, waar de oude vrouw achter een houten tobbe staat met wasplank en borstel en alles fris naar groene zeep ruikt.
https://www.facebook.com/EenStukjeSuriname/photos/a.575448295877634.1073741832.365509280204871/581566941932436/, 24 maart 2014
Het huis onderhouden, watervoorraad voorzien [...], eten maken in de haard [...], afwassen, het vuile linnen wassen, wat in dit seizoen in de Drôle gebeurde en waarvoor Albin een grote, brede wasplank vervaardigd had in afwachting dat we er een stenen installatie konden oprichten, waren er de omvangrijkere werken.
Erik Van Ruysbeek, De ark en de ratten, 1984