Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

VVD

betekenis & definitie

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, Nederlandse politieke partij met een liberale signatuur, in 1948 opgericht als voortzetting van de Partij van de Vrijheid (PvdV) en het comité-Oud.

Voorbeelden:
De VVD streeft naar een kleine, slagvaardige overheid die garant staat voor een veilige en eerlijke samenleving, waar iedereen die hard werkt de ruimte krijgt om zijn of haar ambities te realiseren.
http://www.vvd.nl/over-de-vvd/20/dit-is-de-vvd

PvdA en VVD willen een onafhankelijk onderzoek naar misbruik binnen de Rooms-Katholieke Kerk. De partijen vinden eigen onderzoek van de kerk niet voldoende en denken dat justitie niets meer met de gevallen die nu aan het licht komen kan doen, omdat deze verjaard zijn.
Reformatorisch Dagblad, 3 maart 2010

In 1982 werd Hans Dijkstal lid van de VVD Tweede-Kamerfractie. Van 1994 tot 1998 was hij vice-minister president en minister van Binnenlandse Zaken in het eerste Kabinet-Kok. In 1998 kwam hij terug in de Tweede Kamer, om op 30 juli voorzitter te worden van de VVD-fractie.
http://www.dijkstal.nl/

Zeer tegen de zin van de VVD hebben tot nu toe alle alleenstaande minderjarigen (AMA's) die asiel vroegen in Nederland een verblijfsvergunning gekregen.
http://www.henkkamp.nl/

Volgens vice-premier Remkes (VVD) speelde 'piëteit' met de koningin een rol bij de beslissing om niet tot diep in de nacht in crisissfeer verder te vergaderen.
Trouw, 16 oktober 2002

CDA, VVD en LPF zijn het eens geworden over een brede basisverzekering voor iedereen.
Provinciale Zeeuwse Courant, 30 mei 2002

De christen-democraten hebben bij monde van woordvoerder J. P. Balkenende al eerder bepleit een kwart van de inkomstenmeevallers voor nieuw beleid in te zetten. De liberalen wijzen erop dat de rijksbegroting in de afgelopen zeven jaar meer dan op orde is gekomen en dat dit te danken is aan het stringente beleid van VVD-minister Zalm. De VVD zal dan ook de verkiezingen ingaan met de leus dat je een succesvolle formule nooit moet opgeven.
Reformatorisch Dagblad, 21 mei 2001

Minister Korthals (VVD, Justitie) zei gisteren tijdens de behandeling van de Politiebegroting dat hij meent dat de problemen wel wat werden overtrokken.
Brabants Dagblad, 21 november 2000

De voorstanders van het homohuwelijk - behalve de PvdA en D66 ook Groen-Links en een deel van de liberale VVD - vinden dat het trouwverbod van homoseksuelen en lesbiennes in strijd is met de Nederlandse Wet Gelijke Behandeling.
De Standaard, 1996

Omgerekend in Kamerzetels komen PvdA en D66 beide uit op 31 zetels, VVD en CDA beide op 30 zetels.
NRC, 1995

'Stem op de Nederlandse Volksunie van Joop Glimmerveen, een misselijk makend gezelschap, dat natuurlijk wel, maar voor ons doel een uiterst bruikbare vogel-(pikkies-)verschrikker. Stel je voor: drie of vier fascisten in de Kamer! Dat veroorzaakt pas kamerbrede paniek en slappe pikkies bij PvdA, VVD, D'66, CPN, PSP en noem ze verder maar op.'
Renate Rubinstein, Twee eendjes en wat brood, 1981

De dominerende personages in het commissiedebat waren oud-minister Van Kemenade (PvdA), helder en doctrinair, mevrouw Ginjaar-Maas (VVD), welbespraakt, scherp en goed geïnformeerd, en minister Pais die met algemene beschouwingen en grapjes de nederlaag probeerde af te zwakken.
K.L. Poll, Wennen aan vrede, 1981

Ik heb veel over voor de ideale samenleving, en ik wil er zelfs een tijdje mijn bek voor houden. Maar hoe lang precies? En tot wat bereikt is? Tot de VVD is uitgestorven? Of tot het moment dat het leger wordt afgeschaft, alle scholen over een gymnastieklokaal beschikken, de werkloosheid niet meer bestaat, het gegarandeerd minimumloon op dertigduizend gulden ligt, het toneel is opgeheven, Elsevier en De Telegraaf zijn opgekocht door Rob van Gennep, en ik Marcel van Dam vertrouw?
Jan Blokker, Ben ik eigenlijk wel links genoeg?, 1977

'De VVD eist, gelijk haar voorgangers deden, voor het individu de grootst mogelijke persoonlijke en economische vrijheid van handelen op, in zoverre die met de menselijke waardigheid en de wel omschreven wettelijke rechten van anderen niet in botsing komt. Ik dacht dat de partij die zich zo opstelde, wel liberaal genoemd mocht worden, evenals ikzelf.'
J.L. Heldring, Het verschil met anderen, 1975

< >