inhoudswending in een sonnet.
inhoudelijke wending in een sonnet die, afhankelijk van het sonnettype, meestal na de achtste en soms na de elfde of twaalfde versregel optreedt.
Voorbeelden:
Het rijmschema en de versvoet op zich verlenen het sonnet nog niet de befaamde tweeledige structuur, dat doet de wending, volta, chute of turn. In sonnetten van het Italiaanse en het Franse type doet de wending zich meestal voor na de achtste en soms na de elfde regel. Shakespeare kwam pas na de twaalfde regel met een nieuwe idee voor de dag. De tweeledigheid kan van verschillende aard zijn. Veel vroege sonnetschrijvers waren filosofisch aangelegd - Petrarca, Dante - en maakten van het octaaf twee premissen en van het sextet de conclusie. Later worden een analyse en een synthese, een algemene waarheid en een persoonlijke toepassing, een bewering en een bevestiging, een probleem en een oplossing enzovoorts tegen elkaar uitgespeeld. In de laatste, veertiende regel wordt bovendien vaak een pointe gemaakt.
http://cf.hum.uva.nl/nhl/claasseep/commentaar_sonnetten.htm, 2002
Zwijgzaam vervolgde ik mijn weg. Toen de tijd daartoe gekomen was, sloegen we samen de tegengestelde richting in. Denk aan het wenden van een duivenvlucht, aan pirouetten, kunstschaatsen op het ijs, de volta in sonnetten.
www.brakkehond.be, Pol Hoste, Vier scabreuze, 1997