Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

vliegveld

betekenis & definitie

infrastructuur voor vliegtuigvluchten.

infrastructuur met startbanen en landingsbanen voor vliegtuigvluchten, alsook gebouwen voor de luchtverkeersleiding, passagiershallen en voorzieningen voor bagageafhandeling of goederenverzending.

Voorbeelden:
Het internationale vliegveld heeft vanaf mei 2002 een verharde baan en sluit nauw aan bij de hedendaagse wensen van de burgerluchtvaart. In 1949 is het vliegveld opgericht door Adrie J. van Campenhout. Het vliegveld mocht toen alleen door zweefvliegtuigen gebruikt worden, pas in 1961 kreeg men toestemming om ook met motorvliegtuigen te vliegen.
http://www.seppe.nl/

De zon [...] die het gras van het vliegveld verschroeide, die hem deed zweten in zijn kelnerskostuum, die een oranje blosje op hun wangen toverde als ze badminton speelden.
Oek de Jong, Opwaaiende zomerjurken, 1982