Het begrip vliegenvanger heeft 2 verschillende betekenissen:
1) kleine zangvogel in bossen.
kleine zangvogel die vooral in bossen leeft, in holten broedt en zich voornamelijk voedt met insecten.
Komt in diverse ondersoorten voor, bijvoorbeeld de bonte vliegenvanger en de grauwe vliegenvanger en wordt ook vooral in dergelijke verbindingen gebruikt en niet vaak als op zichzelf staand woord, behalve om de soort aan te duiden, en dan vaak in het meervoud gebruikt
2) kleverig voorwerp om vliegen te vangen.
voorwerp om vliegen of andere insecten mee te vangen, meestal een strook papier met een kleefstof erop zodat de vliegen er aan blijven plakken.
