Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

veehandelaar

betekenis & definitie

veekoopman.

iemand die voor zijn beroep vee opkoopt en verkoopt; veekoopman.

Voorbeelden:
De achtereenvolgende fasen die het vlees doorloopt, zijn de kweek van dieren, de verwerking tot vlees, de distributie en het verbruik. Bij de kweek van dieren zijn naast de veehouders nog veehandelaars, vetmesters, handelaars in veevoeder, dierenartsen en de diergeneesmiddelensector betrokken. Voor de verwerking tot vlees staan in: de transporteur, de groothandelaar in slachtvee, het slachthuis, de uitsnijderij en de vleeswarenfabriek. De distributie gebeurt door de slagers, de warenhuizen en de ambulante handel (markten).
http://www.ecoline.org/verde/publicaties/50vragen/index.shtml, 1996

Ons rundvlees wordt [...] door een vaste veehandelaar zelf uitgezocht bij de boer in de wei of stal, en nog op oud hollandse wijze gekocht. Handje klap.
http://www.hubers.keurslager.nl/index.php?node_id=10866, 2004

De veearts had het hoestwerend middel dat ook groeibevorderend kan werken, voorgeschreven voor enkele zieke kalveren, maar duidelijk gewaarschuwd dat de veehandelaar het niet aan volwassen runderen mocht toedienen.
De Standaard, 1997

< >