Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

usance

betekenis & definitie

gebruik.

gebruikelijke wijze van doen; gebruik; gewoonte.

Voorbeelden:
Toezichthouders de Nederlandsche Bank en Stichting Toezicht Effectenverkeer onderzochten de vertraagde orderafwerking door marktregulatoren van beleggingsfondsen. Deze praktijk is 'usance', zegt Intereffekt-advocaat Wietse de Jong.
Het Financieele Dagblad, 15 oktober 2001

Hoewel promoveren in de baggertechnologie geen usance is - getuige alleen al het gegeven dat geen van de hoogleraren doctor is - heeft Vlasblom twee promovendi afgeleverd.
http://www.delta.tudelft.nl/jaargangen/34/24/18bagger.html, 13 november 2003

< >