avond waarop men uitgaat.
avond die men doorbrengt of pleegt door te brengen door een uitgaansgelegenheid zoals een schouwburg of, horecagelegenheid e.d. te bezoeken; avond waarop men uitgaat.
Voorbeelden:
De politie houdt toezicht tijdens de uitgaansavonden en zal adequaat reageren op klachten en aanvragen om hulp van horeca en omwonenden.
Leidsch Dagblad, 2000
Normaal was het hun uitgaansavond, maar ze waren thuisgebleven.
Annie Van Keymeulen, Bas, 2000
De honderden toeschouwers beleefden een fijne uitgaansavond.
Meppeler Courant, 1993
Hoe vaak hadden Mini en ik wakker gelegen wanneer Maddy op haar uitgaansavonden ver na middernacht was thuisgebracht.
Adriaan van der Veen, In liefdesnaam, 1982