Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

trekharmonica

betekenis & definitie

muziekinstrument met knoppen en blaasbalg.

muziekinstrument dat bestaat uit twee kasten met knoppen aan de buitenkant en binnenin tongplaten die verbonden zijn door een uittrekbare blaasbalg die bestaat uit rechthoekige segmenten van dezelfde grootte, en dat als zodanig lijkt op een accordeon maar dat in tegenstelling tot dat instrument diatonisch is; trekzak.

Voorbeelden:
Omdat de accordeon-spelers schaars worden en bezitters van trekharmonica's nauwelijks de gelegenheid hebben om op te treden en elkaar te ontmoeten is het festival vooral bedoeld als een gezelligheids-festival.
Meppeler Courant, 1994

Ook kon de jeugd liedjes meezingen begeleid door een echte trekharmonica.
Meppeler Courant, 1995

Hij grijnst voortdurend en daarbij vouwt zijn snor - die gans zijn bovenlip bedekt - zich open en dicht als een ouderwetse trekharmonika.
Gerda van Erkel, Buiten regent het, 1985

< >