Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

trawler

betekenis & definitie

vissersboot met trawlnet.

vissersboot die gebruik maakt van een trechtervormig sleepnet om op bijvoorbeeld haring en makreel te vissen; treiler.

Voorbeelden:
Nederlandse zeevissers vissen voornamelijk op de Noordzee. Dat doen ze met twee soorten schepen: trawlers en kotters. Trawlers zijn grote schepen, die soms ook veel verder weg vissen, bijvoorbeeld voor de kust van Afrika. Trawlers vissen op haring, makreel en horsmakreel.
http://www.minlnv.nl/thema/visserij/brochure/inftvb.pdf, 2001

De afmetingen van de trawlers zijn dusdanig dat zij wereldwijd inzetbaar zijn. Naast visserijactiviteiten zijn de trawlers in het verleden ook ingezet voor vrachtvaart en klondyken (overnemen op zee van vis die door andere vissersvaartuigen is gevangen).
http://www.pvis.nl/

Naargelang de grootte van het visserschip, spreekt met van een trawler of treiler (groter dan 27 m) of van een kotter.
http://home.tiscali.be/visveiling.nieuwpoort/informatie.htm

Door de boogvensters in de dikke pakhuismuren had ze urenlang naar de kade gekeken, naar de schepen die er lagen afgemeerd: roestende trawlers, afgedankte kotters uit de Oostzee, een paar klippers.
Oek de Jong, Hokwerda's kind, 2002

< >