schrijver van toneelstukken.
Voorbeelden:
Het drama moet, met al zijn oorzaken, motieven en gevolgen één stromend, dwingend en onherroepelijk geheel zijn. In die zin is de toneelschrijver die zich aan de Aristotelische wetten houdt van alle mensen het meest Gods concurrent.
NRC, 1995
Toch bedrijft Ibsen realisme, wat zeggen wil dat hij de zaal de illusie wil geven naar iets te kijken dat 'echt' is. Hij was rond 1870 de eerste toneelschrijver die zijn personages alleen maar proza liet spreken - hij is de uitvinder van de spreektaal op toneel.
NRC, 1995
