Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

toerisme

betekenis & definitie

het reizen ter ontspanning.

het ter ontspanning of recreatie afreizen naar een bepaalde plaats of een bepaald land.

Voorbeelden:
Meer aan de kust leven ze van het toerisme. Er komen hier nogal wat mensen om naar de walvissen te kijken. Of op tonijn te vissen.
J. Bernlef, Buiten is het maandag, 2003

Wie lang op het eiland woonde, klaagde in de regel over het toerisme, daarbij zijn bezorgdheid uitsprekend over de toekomst van Ibiza.
Theo Kars, Avonturen op Ibiza, 1980

Volgens velen is het toerisme de motor van de Cubaanse economie geworden.
http://www.wereldwijd.be/archief/ww289-08.htm, november 1998