Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tochthond

betekenis & definitie

afsluiting tegen de tocht.

afsluiting tegen de tocht onderaan een deur, bestaande uit een gevulde lap textiel in de vorm van een worst of een langgerekt hondenlichaam, met aan de uiteinden vaak ter versiering een voorstelling van een hondenkop en een hondenstaart.

Voorbeelden:
Fia werkte het hele weekeinde aan een meterslange tochthond voor bij de suite-deuren [...]. De tochthond moest op een Ierse setter lijken. Minst zag er slechts een geschoren schaap in.
Jan Siebelink, Weerloos, 1984

In de zetels van een Bentley Azure zou zelfs de kerel in slaap vallen die ooit zo veel nachten achter elkaar in z'n bed lag te woelen dat z'n matras op den duur zodanig was afgesleten dat je hem onder een deur kon schuiven hoewel er een tochthond voor lag.
Herman Brusselmans, Uitgeverij Guggenheimer, 1999

< >