Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tijger

betekenis & definitie

Het begrip tijger heeft 9 verschillende betekenissen:

1) grote katachtige met strepen.
groot katachtig roofdier dat wordt gekenmerkt door een geelbruine vacht met donkere strepen, een witte buik en sterk verlengde hoektanden.
Er leven nog zes ondersoorten: de Siberische tijger (Panthera tigris altaica), de Noord-Indochinese tijger (Panthera tigris amoyensis), de Chinese tijger (Panthera tigris corbetti), de Sumatraanse tijger (Panthera tigris sumatrae), de Bengaalse tijger (Panthera tigris tigris) en de Maleise tijger (Panthera tigris jacksoni).

2) als een tijger gestreepte huiskat.
als een tijger gestreepte huiskat; getijgerde poes of kater.

3) uitgestorven buideldier.
groot, uitgestorven buideldier uit Australië.
Vrijwel uitsluitend in de verbinding Tasmaanse tijger.

4) Tamiltijger.
lid van een militante organisatie van Tamils in Sri Lanka, die sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw streed voor een onafhankelijke staat voor de Tamils; bevrijdingstijger van Tamil Eelam; Tamiltijger.

5) strijdbare persoon.
sterke, wilde persoon of strijdvaardige persoon; persoon die vecht als een tijger; iemand die iets met enorme overgave doet; iemand die zich ergens in vastbijt als een tijger.

6) patrouillelid van de tijgers.
scout die lid is van een verkennerspatrouille die tijgers heet; patrouillelid van de tijgers.

7) gebied met snel groeiende economie.
land of gebied met een zeer snel groeiende economie, bv. Aziatische landen als China, Japan, Zuid-Korea, Singapore en Taiwan en Hong-Kong.

8) Chinees dierenriemteken.
derde dierenriemteken in de twaalfjarige cyclus van de Chinese dierenriem volgens de Chinese kalender.

9) aardamandel; tijgernoot.
eetbare wortelknol van de aardamandel (Cyperus esculentus), die gebruikt kan worden als aas bij het vissen op karpers; aardamandel; tijgernoot.

< >