het vergankelijke.
al wat als deel van het aardse bestaan gebonden is aan de tijd en bijgevolg moet teniet gaan, verdwijnen of ten einde moet komen; al wat behoort tot het leven op aarde en niet voor eeuwig kan blijven bestaan of kan blijven voortduren; het vergankelijke; het voorbijgaande.
Voorbeelden:
Er zullen nog wel een paar contemplatieve kloosters bestaan waar, tijdens het nuttigen van een karig middagmaal, wordt voorgelezen uit de Schrift of uit een of ander goed boek. Maar dat heeft dan weer alles te maken met een eeuwenoude monastieke cultuur. Een heilige stichter moet hebben gewild dat Het Woord bleef primeren op het brood, dat het tijdelijke niet de overhand zou halen op eeuwige waarden.
De Standaard, 1996
Kunst was het instrument om het eeuwige, dus ideale, leven te fixeren door het tijdelijke, dus vergankelijke, van de dagelijkse werkelijkheid te ontkennen.
http://www.museumkennis.nl/lp.rmo/museumkennis/i000339.html
Talrijke andere vergelijkingen kunnen naar voren worden gebracht in dit werk, waarin het geestelijke en het tijdelijke innig verbonden zijn.
http://users.pandora.be/websthetica/webstheticaBRU.htm
Onverdroten zette hij zijn werk voort tot op de dag van zijn dood. Oud worden en sterven boezemden hem geen schrik in. "Het is als een nieuwe renaissance", vertelde hij, "een doortocht waarbij het tijdelijke vervalt en het lichaam verdwijnt, maar die tegelijk de zekerheid biedt dat het échte leven morgen begint in een nieuwe wereld."
De Standaard, 1996
