soort werkvergunning voor buitenlanders.
werkvergunning die, na aanvraag door een werkgever en de betrokken werknemer, verleend wordt aan een buitenlandse werknemer die legaal voor een bepaalde periode wil werken in Nederland en afkomstig is uit een land buiten de Europese Economische Ruimte (EER) of uit enige specifieke EER-landen.
Voorbeelden:
Voor personen die op of na 1 april 2001 worden toegelaten als vluchteling betekent dit dat zij op basis van hun verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel in beginsel toegang hebben tot alle voorzieningen, verstrekkingen etc. Ook mogen zij arbeid verrichten, maar dan moet de werkgever wel in het bezit zijn van een tewerkstellingsvergunning.
http://www.cvz.nl/ActualSite.asp, 2001
Houders van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel mogen weliswaar arbeid verrichten, maar er is wel een tewerkstellingsvergunning vereist.
http://www.cvz.nl/ActualSite.asp, 2001
Tot twee uur voor de wedstrijd tegen Fortuna Sittard had Feyenoord nog een sprankje hoop op een tewerkstellingsvergunning voor Leonardo.
De Telegraaf, 2000
Binnen de bestaande populatie toegelaten vluchtelingen zal er per 1 april 2001 met name voor één groep sprake zijn van een belangrijke positieverbetering. Dat zijn de personen die in het bezit zijn van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (de vvtv-houders). Voor de overige toegelaten vluchtelingen (de personen met een A-status of een C-status) verandert er materieel niets. Zij krijgen van rechtswege een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd regulier of asiel en houden toegang tot alle voorzieningen, verstrekkingen e.d. Een tewerkstellingsvergunning is niet vereist.
http://www.cvz.nl/ActualSite.asp, 2001
Het wordt verboden personen in een seksinrichting te werk te stellen voor wie een tewerkstellingsvergunning krachtens de Wet Arbeid Buitenlandse Werknemers (WABW) is vereist. Maar daarmee komt de strafwet in strijd met de WABW. Krachtens de WABW kan een seks-exploitant een tewerkstellingsvergunning voor een niet-EG-onderdaan niet worden geweigerd, als uit de kaartenbakken van de arbeidsbureaus geen Nederlands prioriteitsgenietend aanbod blijkt.
NRC, 1993
