Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tegenstemmer

betekenis & definitie

iemand die tegen iets stemt.

iemand die tegen een voorstel stemt.

Voorbeelden:
Wegens het klein verschil tussen voor- en tegenstemmers moesten de stemmen van de 1,6 miljoen Ieren die aan de volksraadpleging deelnamen, zaterdagavond nogmaals geteld worden.
De Standaard, 1995

Bij de meest recente peilingen ligt het aantal voorstemmers nu weer boven de tegenstemmers (39 tegen 34, bij 27 procent onbeslist).
NRC, 1994

Er waren echter zoveel mitsen en maren, zoveel twijfels, zoveel voorbehouden en ook zoveel tegenstemmers, dat het eerder 'nee' leek.
NRC, 1995

De vakbond moet zijn leden vragen om vooral mee te doen, elk lid dat niet stemt geldt reglementair als een tegenstemmer.
NRC, 1995

Het resultaat verschilt nauwelijks met dat van het Waals parlement (43 ja-stemmen en 26 tegenstemmers).
De Standaard, 1997

Hoewel de Zwitserse regering opgelucht reageerde op de uitslag, was de vreugde verre van algemeen, gezien het grote aantal tegenstemmers.
NRC, 1994

< >