Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tanker

betekenis & definitie

transportschip voor olie e.d..

schip dat ingericht is en dient voor het vervoer in bulk van olie of andere vloeistoffen of gassen.

Voorbeelden:
Hij is als de dood zo bang om op volle zee door een tanker te worden overvaren, of in een storm tegen de Engelse rotsen te pletter te slaan.
J.M.A. Biesheuvel, De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, 1981

Niettemin beleeft de berging momenteel weer een opleving omdat in de jaren zeventig veel tankers zijn gebouwd, die momenteel in feite aan vervanging toe zijn, maar toch in de vaart blijven omdat rederijen met de structureel te lage vrachtprijzen over het algemeen te weinig geld hebben voor nieuwe investeringen.
NRC, 1994

Het gevolg is dat veel tankers varen onder de vlag van een fiscaalvriendelijk land met laag geschoold personeel aan boord.
NRC, 1993

Tientallen kilometers in de nabijheid van de gestrande tanker is de olie neergeslagen op het grasland.
NRC, 1993

< >