konijn van een soort die gedomesticeerd is, en bijgevolg het product van kruisingen die het genetisch en uiterlijk verschillend maakt van het wild konijn.
Voorbeelden:
Lars had gehoord dat kennissen van ons een nest hadden en een hondje leek hem wel wat [...]. De tamme konijnen van de buren hadden sinds haar verschijning op de aardbodem geen leven meer.
Michael Eenhoorn, Bulgaar in Wassenaar, 1990
Bij tamme konijnen wordt deze vlo niet zo vaak gevonden.
http://www.dwergkonijn.com/
Een tam konijn verwildert in enkele maanden volkomen en werpt dan jongen die de kleur van het wilde konijn hebben.
De Standaard, 1996