zonder structuur.
zonder structuur; zonder dat er een structuur in te ontdekken valt; ordeloos; chaotisch; warrig.
Voorbeelden:
Op het eerste gezicht lijkt het boek wat druk en structuurloos, maar als je nader inzoomt op het werk en de materie zie je al snel dat er in werkelijkheid sprake is van een logische, doch zeer originele ordening.
http://dieren.blog.nl/mens-en-dier/2011/02/24/een-visueel-meesterwerk, 24 februari 2011
De interviews zijn bijna structuurloos. Er wordt nauwelijks een vraag gesteld. De programmamakers beperkten zich tot knippen en plakken van de verhalen van de moeders.
NRC, 1995
Er is heel hard op de sonoriteit gewerkt, maar op de duur wordt dat vervelend. Naar het einde toe zakt de uitvoering ineen "als een pudding". Het is een verdienstelijke poging, maar structuurloos en mist spanning.
http://www.klara.be/programmas/VUU/VUU030525.html, 2003
Zijn roem als toneelschrijver heeft Brendan Behan te danken aan welgeteld twee stukken [...]. The Hostage is een stuk even ongrijpbaar en structuurloos als het leven van de schrijver zelf.
Meppeler Courant, 1996
Kunnen we evenwichtige consumentenvoorlichting verwachten van iemand die zulke grote belangen heeft in het boekenvak? Ik vrees van niet. Niet dat Ros zijn uitgeverij zal bevoordelen, nee, hij zal eerder uit angst voor een dergelijke verdenking ze allemaal bevoordelen. En dat is er ook precies mis met Ik heb al een boek. Het is een structuurloos programmaatje waarin maar wat raak wordt geloofd en geprezen.
NRC, 1995
De beperkingen van een gehandicapte denkwereld leiden toch op z'n minst tot onbegrip voor sommige kinderlijke behoeften [...]. Als een kind daardoor lastig wordt, zullen de ouders wellicht eerder dan normaal-begaafde ouders door tekortschietend begripsvermogen in hun wanhoop redeloos en structuurloos reageren, leidend tot een vicieuze cirkel van steeds grotere onhandelbaarheid van het kind.
NRC, 1995
Hij kon zonder reden huilend wakker worden. Of zomaar midden op een doordeweekse dag ineens vervuld raken van een onbeschrijflijke vreugde, alsof hij alles plotseling begreep. Zijn leven van voorheen leek ver en structuurloos, als een vlakke, ongekleurde potloodschets.
Arthur C. Clarke & Stephen Baxter, Het licht van vroeger dagen, 2001
Laat ik maar meteen zeggen dat het boek door deze werkwijze niet verbeterd is: de toch al ingewikkelde verhaallijn is door Stan veranderd in een structuurloos breiwerk waar begin noch eind aan te ontdekken valt.
NRC, 1993
Na deze voorspelling togen materiaalonderzoekers aan het werk om te proberen dunne films van koolstofnitride met de voorspelde structuur te maken. Allerlei technieken werden geproefd. Aanvankelijk verkreeg men alleen de amorfe, structuurloze vorm van deze verbinding, maar twee jaar geleden meende de Amerikaanse chemicus Charles Lieber, van de Harvard Universiteit, succes te hebben geboekt.
NRC, 1995
Als het over het heden gaat en de eigen ervaring van alledag de belangrijkste empirische referentie wordt, worden de clichés al helemaal niet meer geschuwd en is het soms zelfs net of je een roze tuinbroek hoort praten. Ze staat dan 'stil bij vraagtekens' die men zet bij het moederinstinct en bij de vader-babycommunicatie of geeft ruim baan aan het structuurloze gepraat van moderne ouders over hun baby.
NRC, 1995
Waar het om gaat is dat er in plaats van een "structuurloze brij van voortdurend uitdijende woonwijken en bedrijventerreinen, een functioneel netwerk van intensieve bebouwing met levendige centrumstedelijke woon- en werkmilieus in wisselwerking met een robuuste groenstructuur" ontstaat.
http://www.antenna.nl/ravage/2001_2002/0210a6.htm, 2002
Dit is de taal waarin moeders met hun baby's praten. Kenmerkende mededelingen in deze taal zijn: 'Achhossiehossiekommaarbijmammiehonneponniewatmoettiedanzullenwedansamenslaapieslaapiedoen.' Het is een taal als een gesmolten ijsje: structuurloos maar niets ingeboet aan kleefkracht.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000
