lust om te strijden.
lust om te strijden; zin om te strijden; bereidheid om te strijden.
Voorbeelden:
Voorbij de Sart-Tilman, laatste helling van de dag, ging hij alleen in de aanval [...]. De late uitval zegt alles over de strijdlust van de jonge Merckx, die in Ans als zevende (en enige Belg binnen de tijdsgrens) eindigde.
De Standaard, 1996
Meneer Paul, een lichtvoetige kolos, die met zijn zus al jaren als kluizenaar in de ruïne van een oude zeepfabriek woont, krijgt bezoek van ene Helm. De naam alleen al suggereert strijdlust.
De Standaard, 1995