Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

stokbrood

betekenis & definitie

typisch Frans, langwerpig brood.

oorspronkelijk uit Frankrijk afkomstig, langwerpig wit brood met een knapperige korst met inkepingen dat vaak wordt gegeten bij soep en Franse kaas.

Voorbeelden:
Het avondeten bestond deze dag uit een lekkere BBQ met salade, stokbrood en diverse sauzen.
http://home.planet.nl/~mvavdput/brack/brack.html

De tafels zijn gedekt met een papieren onderlegger, een drinkbeker gevuld met melkachtige koffie, twee plakjes moddervette salami en een half stokbrood per persoon.
Stan Lauryssens, Costa del Crimen, 1999

Het donderde en bliksemde de hele nacht. De volgende ochtend was de hemel onbewolkt, maar 's avonds onweerde het opnieuw. En zo ging het dagenlang achter elkaar door. 'Het onweer komt de rivier niet over,' zeiden ze bij de bakker waar ik elke ochtend mijn stokbrood kwam halen.
Herman Koch, Eten met Emma, 2000

Bake-off produkten worden aangeleverd uit eigen land, Duitsland en Frankrijk. 'Waar maken ze betere stokbroden dan in Frankrijk en kaiserbroodjes in Duitsland of Italiaanse bollen in Italië,' verduidelijkt Veenstra.
Meppeler Courant, 1995