Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

stip

betekenis & definitie

Het begrip stip heeft 5 verschillende betekenissen:

1) rond teken, punt of plekje.
klein, rond teken, punt of plekje dat in kleur afsteekt tegen het oppervlak waarop het zich bevindt.

2) penaltystip.
penaltystip op een voetbalveld, op elf meter van het doel.
Ook in toepassing op een dergelijke stip op een speelveld van een andere balsport. Als tweede lid komt stip ook voor in samenstellingen als middenstip, maar als simplex wordt stip meestal gebruikt in toepassing op de penaltystip.

3) stippelziekte bij vissen.
stippelziekte bij vissen, waarbij de vis witte stipjes krijgt over het hele lichaam, inclusief de staart en vinnen; witte stip; wittestipziekte.

4) tijdstip.
punt in de tijd; tijdstip.

5) streekgerecht.
streekgerecht uit Groningen, Drenthe en Overijssel, dat bestaat uit gruttenpap met bovenin een kuiltje met daarin een hoeveelheid stroop en soms uitgebakken spekjes; stip in het kuiltje.

< >