ophef.
Voorbeelden:
'Volgens het contract is hij degene die bepaalt of de foto's goed zijn,' zei Verbrink [...]. 'We moeten het onder ogen zien. We moeten gewoon betalen. We kunnen ons de stennis niet veroorloven.' 'Hoezo, stennis?' 'We hebben hem gebeld [...]. Hij zegt dat we bij contractbreuk erop kunnen rekenen dat hij een kort geding aanspant. Bovendien dreigt hij naar de pers te stappen.'
Hans van der Kamp, Nette mensen in een nieuwe tijd, 1993