Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

stamppot

betekenis & definitie

winters gerecht met aardappel.

gerecht, gemaakt van gekookte aardappelen en rauwe of gekookte groenten met een stamper door elkaar gestampt, dat traditioneel wordt geserveerd met worst en jus en vooral vaak 's winters wordt gegeten.

Voorbeelden:
Het gevulde kuiltje is de grote aantrekkingskracht van iedere stamppot. Zonder jus en uitgebakken spekjes is stamppot maar een saaie aangelegenheid. Zachte prak met iets knapperigs erbij ter contrast dat is oer-eten waar we soms onbetamelijk naar kunnen verlangen.
NRC, 1993

Lautenschutz vergeeft het een Gelderlander als hij zijn snelle trek stilt met een rookworst van de Hema. Bij het 'echte' eten - in de zomer kruukmoes (koude gortepap met krenten, rozijnen, rookspek en rookworst) en in de winter stamppot - gaat de voorkeur toch uit naar een authentieke worst. In de winter draait hij zijn hoofdomzet op rookworst.
NRC, 1994

Hugo Claus verklaarde lang geleden in een interview dat hij op culinair gebied soms het meest kon genieten van simpele dingen, worst met stamppot bijvoorbeeld, maar dan in grote hoeveelheden.
De Standaard, 1997

Muziek klinkt op de achtergrond, natuurlijk met de bekende Oosterrijkse klanken, u gepresenteert door de diskjockey. Na je lekker opgewarmt te hebben wordt het buffet geopend met daarop de Hollandse stamppotten, verse worst, speklappen en jus.
http://www.partymusic.nl/index2.html

In Nederland eten we de worst meestal met stamppot of boerenkool eronder, in Amerika doen ze er een broodje omheen en noemen hem hot dog.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000

Een groot deel van de Wijk C-ers had het niet breed. Er was wel genoeg geld om elke dag eten op tafel te zetten, maar de maaltijden die gekookt werden, waren eenvoudig. Veel stamppotten, aardappels met groenten en wat vet.
http://www.cultuurwijs.nl/nwc.stvolksbuurtmuseumwijkc/cultuurwijs.nl/i000011.html