snelle motorboot.
motorboot die dient om met hoge snelheid te varen; snelle motorboot; jetboot.
Voorbeelden:
'Eerlijk gezegd heb ik altijd een beetje moeite met de term "fantasie". Er kleeft iets actiefs aan, alsof het zoiets is als een waterskiër achter een knetterende speedboot, terwijl je eerder moet denken aan een surfer, die passief en in stilte op de branding rijdt en zich laat leiden door de golven.'
Harry Mulisch, Siegfried, 2001
Ik was niet zo gek op die broertjes van Thjum. Aan Gideon had ik een hekel sinds hij Marike de Swart in de problemen had gebracht (al moest ik toegeven dat juist daardoor mijn problemen ophielden). En voor het overige waren ze me te sportief, dat wil zeggen ... te sportbelust. Ze tennisten, reden paard ... ze bezaten sportwagens en een speedboot. Doorsnee rijkeluiszoontjes.
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, 1983
De Spaanse beschuldigingen gaan verder: de speedboten uit Gibraltar zouden ook een groeiend deel van de hasj-handel vanuit Marokko voor hun rekening nemen.
NRC, 1995
Eigenlijk mocht hij nog blij zijn dat de politie met haar speedboot snel ter plaatse was, want anders was hij misschien wel verdronken.
Leeuwarder Courant, 7 juli 2000
Bij de kade loopt Brian een steiger op, smoest even met een man met goudgalon op de schouders van zijn witte overhemd en springt in een glanzend gelakte speedboat van de havendienst [...]. De motor brult en schroeft kolkend water naar boven.
Robert Anker, Een soort Engeland, 2002
