Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

sigarettenkoker

betekenis & definitie

plat doosje voor sigaretten.

plat, van metaal of edelmetaal vervaardigd (of verzilverd, verguld), chic doosje dat men bij zich draagt om er sigaretten in te bewaren; sigarettenetui.
Vanwege zijn oorspronkelijk cilindrische vorm koker genoemd.

Voorbeelden:
Samen met Jomila bezoeken ze het kantoor van de onderaannemer, een gore, stinkende keet – en daar blijkt dat de vogel gevlogen is. Wel vindt Jomila een sigarettenkoker, die haar man toebehoorde.
Simone Duwel, Westenwind, 2001

In films wordt namelijk heel vaak gebruik gemaakt van dezelfde stereotypen en situaties. Zo komen slechteriken altijd uit het buitenland, worden kogels meestal opgevangen door een sigarettenkoker en staan vrouwen op met perfecte make-up en zorgvuldig gecoiffeerd haar.
http://web.planet.nl/planetweekly/2001/week45.shtml

De uit de familiekist afkomstige voorwerpen variëren van horloges, sigarettenkokers, gouden kettingen, broches, gouden pennen tot mutsen van zeehondenbont, sjaals en zijden jurken.
NRC, 1993

Hij boog zich over het bureaublad en was op de achterkant van de kaart gaan schrijven – een lijst kostbaarheden om die nooit te kunnen vergeten. Bovenaan: sigarettenkoker van Judith's vader, daaronder: fotoalbum van de familie, dan: porseleinen pop, nog van Judith's grootmoeder, briefopener met de naam van Judith's vader erin.
Chaja Polak, Over de grens, 2001

Ze stopt even en tikt met de palm van haar hand tegen de bodem van een sigarettenkoker, neemt er een uit en klipt het dekseltje dicht.
Manon Uphoff, Alle verhalen, 2003

Just In Case Condooms in een luxe verpakking. Prachtige metalen houder, bedrukt met eigentijdse afbeeldingen. De houder kan eenvoudig nagevuld worden of gebruikt worden als exclusieve sigarettenkoker. Dit luxe blikje bevat zes standaardcondooms.
http://www.condoom.com/

< >