zonder sfeer.
zonder sfeer; geen sfeer uitstralend of teweegbrengend; zonder stemming; saai; ongezellig.
Vaak aangetroffen in sportverslagen.
Voorbeelden:
Zowel op het veld als daarbuiten was er sprake van een sfeerloos geheel.
Meppeler Courant, 1994
De ponyruiters uit de regio deden flink van zich spreken tijdens het goed bezette, maar sfeerloze driedaagse indoor concours hippique in het hippisch centrum Exloo.
Meppeler Courant, 1994
Niet alleen de lege Galgenwaard oogde sfeerloos tijdens de UEFA Cup-ontmoeting met MSK Zilina. Ook thuisclub FC Utrecht speelde ogenschijnlijk zonder vuur en passie.
http://www.vi.nl/Nieuws-item/53235/Sfeerloos-FC-Utrecht-naar-zege-op-MSK-Zilina.htm, 24 september 2003
Esa-Pekka Salonens nieuwe cd met het Los Angeles Philharmonic bevat twee van de meest verbeeldings- en spanningsloze interpretaties van Bartoks populairste orkestwerken. Al van bij de Introduzione uit het Concerto voor Orkest is de interpretatie vlak, slordig en sfeerloos.
De Standaard, 1997
