tekort aan schildklierhormonen dat niet wordt veroorzaakt door een onvoldoende werkende schildklier, maar door een aandoening aan de hypofyse (hersenaanhangsel), een klier die TSH (schildklierstimulerend hormoon) afscheidt.
Voorbeelden:
Heel af en toe is de schildklier niet de oorzaak van hypothyreoïdie. Het kan zijn dat de hypofyse of de hypothalamus de oorzaak is. De hypofyse maakt dan te weinig TSH (= schildklierstimulerend hormoon). Als de oorzaak in de hypofyse ligt, noem je het secundaire hypothyreoïdie. Is de hypothalamus het probleem, dan heet het tertiaire hypothyreoïdie.
https://schildkliertje.blogspot.com/p/hypothyreoidie.html
Zeer zeldzaam is het ontstaan van een secundaire hypothyreoïdie, waarbij een uitval van de besturing van de schildklier bestaat door een hypofyse-aandoening.
https://umcg.net/schildklier/te-langzaam-werkende-schildklier/