geslachtsrijpe aal; paling.
geslachtsrijpe aal met een zilvergrijze of grijsachtige kleur, die vanuit de rivier naar zee trekt om te paaien.
Voorbeelden:
Aal is een migrerende vissoort die in zijn levenscyclus als jonge glasaal trekt van zout naar zoet en als volwassen schieraal van zoet naar zout.
http://www.minlnv.nl/infomart/parlemnt/2002/par02138.pdf, 2002
Bij een lengte vanaf 30 cm (mannetjes) tot 45 cm (vrouwtjes) verandert de aal van uiterlijk (aangeduid als schieraal, vanwege de witte, schiere buik), en trekt opnieuw naar zee, om daar aan de voortplanting te gaan deelnemen.
http://home.wxs.nl/~hwdenie/
Er is maar één soort paling, die zowel in zee als in zoet water voorkomt. Vroeger dacht men dat paling en aal twee soorten waren; het zijn echter twee namen voor hetzelfde dier. Ook namen als breedbekpaling, smalbekpaling en schieraal hebben betrekking op één en hetzelfde dier, wàt visser of vishandelaar daarover ook mag beweren. Schieraal is de paling die teruggaat om te paren, deze wordt vooral bij sluizen naar de zee gevangen.
http://www.delicatessenhuis.nl/
Schieraal eet niet en wordt alleen in fuiken gevangen en dan met name in grote fuiken. In de binnenvisserij wordt voor de vangst van schieraal ook de ankerkuil ingezet met name bij stuwen.
http://www.minlnv.nl/infomart/parlemnt/2002/par02138.pdf, 2002
Volwassen aal, 7 - 20 jaar oud, wordt schieraal of paling genoemd.
http://www.degoldenbliek.be/pagina10.html