Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

samenzweerder

betekenis & definitie

deelnemer aan een samenzwering.

iemand die deelneemt aan een samenzwering tegen een machthebber of een politiek regime, meestal om een moordaanslag of een coup voor te bereiden en uit te voeren; deelnemer aan een samenzwering.

Voorbeelden:
In juli 1944 beraamde een groep Wehrmachtsofficieren een bomaanslag op Hitler, die gepaard zou gaan aan een bezetting van de regeringsgebouwen te Berlijn. De bom ontplofte, maar Hitler kwam er met een schrammetje af, en Goebbels wist, als Gauleiter van Berlijn, de coup te voorkomen. De samenzweerders werden gegrepen, summier berecht en (zegt men) dood gemaakt door ophanging aan vleeshaken, in een kelder.
Jan Gerhard Toonder, De dronken kanarie, 1975

Volgens de Israëlische politie is premier Yitzhak Rabin het slachtoffer geworden van een extremistische groep samenzweerders die ook nog andere politieke leiders wilde vermoorden.
De Standaard, 1995

Generaal-majoor Soeharto stond niet op de dodenlijst van de samenzweerders, een even opvallende als noodlottige omissie, want hij stond niet bekend als links en rekende razendsnel af met de putschisten.
NRC, 1994