een drom vormen.
bijeenkomen en zich tot een drom, een menigte aaneensluiten; een drom vormen.
Voorbeelden:
Overigens werden in koude jaren vaak meer walvissen gevangen. De dieren zijn dan kwetsbaarder, omdat ze samendrommen in de laatste overgebleven wakken als 'ademgaten' tussen het zeeijs.
NRC, 1995
Ik rende met de menigte mee tot de hoek van de Bleekerstraat, waar een grote mensenmassa was samengedromd.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, 1983
De muziektent waar ik hoornblazers hun instrument hoorde stemmen, bleek bij nadering een hooiberg, met in de buurt een melkmachine waaromheen de koeien samendromden.
A.F.Th. van der Heijden, Engelenplaque, 1973-2003