teler van riet.
iemand die voor zijn beroep riet teelt; teler van riet.
Voorbeelden:
Heemraden en hoofdingelanden vinden dat de contribuanten van het waterschap teveel moeten bijdragen aan het onderhoud ten behoeve van de waterrecreatie. De provincie zou een deel van die kosten moeten overnemen, nu de vaarwegen veel minder gebruikt worden door vissers, vaarboeren en riettelers.
Meppeler Courant, 1995
Inmiddels werken minstens vijftien van de ongeveer drie- tot vierhonderd riettelers in Noordwest-Overijssel en Friesland met de vinding van Van Dalen.
Meppeler Courant, 1995
Vooraf wordt in overleg met de deelnemende riettelers een schatting van de oogst gemaakt, riettelers uit de Weerribben kunnen per jaar beslissen òf ze willen deelnemen en welke hoeveelheid riet men wil laten 'kenmerken'.
Meppeler Courant, 1993
Riettelers, bijvoorbeeld, willen net als schaatsers zo lang mogelijk profiteren van ijs.
Meppeler Courant, 1996